Deklaag- en grondwatersanering stortplaats Oosterdijk
Het afgraven van een oude stortplaats is zeer kostbaar, technisch lastig uitvoerbaar en niet noodzakelijk als deze geen risico’s voor de omgeving oplevert. In Nederland zijn honderden voormalige stortplaatsen aanwezig, waarbij slechts een beperkt aantal risico’s kunnen opleveren voor de ecologie of ongecontroleerd via het grondwater verspreiding optreedt. Ook al plaats je hier een hek omheen, dan zijn er kosten voor gewasbeheersing. Een probleem in het grondwater wordt daar ook niet mee opgelost. “Niets doen” is dan niet altijd een optie.
Aan de Oosterdijk te Bergen (NH) bevindt zich in het poldergebied een voormalige gemeentelijke stortplaats, waar in de periode 1968-1974 volgens de toenmalig gebruikelijke praktijk huisvuil en bedrijfsafval is gestort. In vier zandwinputten met een totale oppervlakte van 5,8 hectare is het afval tot 4 à 6 meter diep aanwezig. Na het sluiten van de stortplaats is deze afgedekt met een dunne grondlaag en is het terrein als weiland in gebruik genomen. Door ongelijkmatige verzakking en inspoeling van grond kwam plaatselijk het afval aan de oppervlakte en kon het terrein niet langer veilig worden beweid.
Uit meerjarige monitoring (2000-2010) is gebleken dat vanuit het afval op twee plaatsen met benzeen verontreinigd grondwater uittrad naar de omgeving, zodanig dat op termijn risico’s konden optreden. De overige stoffen bleken door de natuurlijke eigenschappen van de bodem te zijn ingekapseld en leveren geen gevaar op.
Deklaagsanering
Volgens de eisen van de provincie Noord-Holland dient een oude vuilstortplaats te worden voorzien van een schone deklaag van minimaal 0,5 meter dikte. HB Adviesbureau heeft hiertoe een saneringsplan gemaakt, waarbij de gehele stortplaats van deze deklaag wordt voorzien en dat bovendien het regenwater nauwelijks meer door de stortplaats infiltreert. Met behulp van een 3D-ontwerp en het aanleveren van bestanden voor 3D kraanbesturing is deze deklaagsanering uitgevoerd in de periode 2015-2019. De deklaag is vrijwel geheel aangebracht met vrijkomende grond van infrastructurele werken binnen de gemeente. Hiermee is een forse besparing op de uitvoeringskosten bereikt.
In-situ grondwatersanering
Aansluitend is een sanering opgestart voor de nog aanwezige grondwaterverontreiniging met benzeen. Na eerst een uitgebreid grondwateronderzoek te hebben uitgevoerd, is een saneringsplan opgesteld om de benzeenverontreiniging op natuurlijke wijze te verwijderen. Op basis van een uitgevoerde marktconsultatie is er voor gekozen om het project in de vorm van een UAVgc contract aan te besteden. Op deze wijze kon de markt maximaal haar kennis, expertise en innovatie in zetten.
Begin 2019 is gestart met een in-situ grondwatersanering waarbij met een compacte bovengrondse installatie zuurstof in de bodem wordt gebracht die moet zorg dragen voor het omzetten van benzeen naar onschadelijke kooldioxide en water. De verwachting is dat de in-situ grondwatersanering een jaar in beslag neemt.
Preventieve maatregelen
Met het aanbrengen van de deklaag komt het meeste regenwater niet langer via het stort in het grondwater terecht. De kans op verspreiding van benzeen is daarmee een stuk kleiner geworden. Er zijn wel preventieve maatregelen getroffen om te voorkomen dat in de toekomst nieuwe verontreinigingspluimen kunnen ontstaan. Door het injecteren van natuurlijke voedingsstoffen op de plaatsen waar benzeen uit de stortplaats is getreden, wordt benzeen ter plekke langs natuurlijke weg weer afgebroken.
Na deze sanerende activiteiten is een groot gebied weer nuttig te gebruiken.